Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dat men met pijlen en met den boog aldaar [77]zal moeten gaan; want [78]het ganse land zal doornen en distelen zijn. 77. Te weten om zich te verweren tegen de wilde dieren, die zich bij menigten in de distelen en doornen zullen ophouden, nadat het land verwoest en ledig, onbewoond en onbebouwd zal liggen. Dit is het, dat God den overtreders zijner wet dreigt; Lev.26:22. 78. En dienvolgens zal er niet veel ten beste zijn aan koren en andere eetwaren.